Rapsac

Lieve Caspar,

Je herkent al snel het spiegelbeeld van ‘Caspar’ in de titel van deze amuse. De naam Caspar is waar ik vandaag – ook al is het 6 januari, 3-Koningen – niet op inga. Dat heb ik al kort gedaan in de amuse ‘Caspar in het Plantin-Moretus museum‘. Wil je nog even opfrissen hoe het ook alweer met die 3 koningen zat (ook op YouTube):

En wat betreft je naam: “Caspar is de legendarische naam van een der drie Wijzen uit het Oosten (Drie Koningen, zie ook Balthazar en Melchior). De betekenis is onzeker, de naam wordt wel verklaard uit Perzisch kandschwar ‘schatbewaarder’. Kerkelijke feestdag: 6 januari.

Ik weet dat je het leuk vindt om met woorden te spelen: waar ik een Creator/schepper zie, zie jij (in mij) een (verjaardags)clown:

Creator en/of (Verjaardags)Clown ?

Uit dit spelen met woorden kwam ook het omdraaien van je naam naar voren: ‘Caspar‘ wordt dan ‘Rapsac‘. Voor ons klinkt dit laatste niet erg natuurlijk. Toch is wel wat meer over Rapsac – en de verschillende spellings-varianten daarvan – te zeggen. Ik ga er in op twee.

De eerste heeft te maken met de 80-jarige oorlog tussen (de voorloper van) Nederland en Spanje; van 1568 tot 1648. Enkele elementen zijn genoemd in de onlangs geschreven Amuse ‘Persoon van het jaar‘ en, meer in het bijzonder, het Essay ‘Valerius‘. Ik heb in dat essay nr. 32 van de bundel ‘Kun je nog zingen, zing dan mee‘ vermeld; de ‘Bede voor het Vaderland’.

Nummer 35 in deze bundel heet: “G’lijk den grooten rapsack“. En hier zie je dus de Rapsac verschijnen; de spelling is in de 17e eeuw anders dan tegenwoordig, maar het gaat om hetzelfde. Het lied is geschreven ter ere van het ‘Ontzet van Leiden’ in die 80-jarige oorlog. Alleen al deze slag is een verhaal op zich; lees eens de eerste pagina van het artikel op Wikipedia.

De hongerende bevolking na de opheffing van het beleg van Leiden, Otto van Veen, 1574 – 1629

Het Rijksmuseum vermeldt bij dit schilderij:

“Als een stad door vijanden is omsingeld, raakt de bevolking in de knel. Er is minder voedsel en ziektes steken gemakkelijk de kop op. Redenen voor Leiden om zich in 1574 bijna over te geven. Maar dan bevrijdt het geuzenleger de stad, het ontzet komt net op tijd. Hongerig en uitgeput staan massa’s mensen hun bevrijders op te wachten. De soldaten hebben eten bij zich, vooral haring en wittebrood.”

Als je het eerste gedeelte van het artikel op Wikipedia hebt gelezen, snap je ook hoe het lied begint:

G’lijck den grooten rapsack,
Vloot den Speck verbaest,
Als een wind die blaest.
Siet hem met sijn knapsack
Loopen in der haest
Als een hond die raest.

Wil je een beeld krijgen hoe dit misschien geklonken heeft? Luister dan naar het wijsje op YouTube:

Hoe het vroeger misschien geklonken heeft.

Onder aan de pagina staan in de bundel ‘Kun je nog zingen, zing dan mee‘ voetnoten als toelichting bij het lied:

  • Speck = Spanjaard

Ook staat er de volgende toelichting onder aan de pagina – bij het woord rapsack, en dat brengt ons bij het tweede dat over Rapsac is te zeggen:

  • rapsack – verkorting van rabsake, Assyrisch gezant, die met groot leger Jeruzalem wil veroveren, doch moet aftrekken. Zie Jesaja 36 39 en 2 Koningen 10 21.

Dat brengt ons bij een stuk geschiedenis; van wat we nu als Israel kennen. Waar wij 80-jaar oorlog al veel vinden, is de geschiedenis van de streek waar het ‘gebied’ Israel te positioneren is, misschien wel beter te typeren met ‘800-jaar oorlog’. Daar gaan we nu niet op in, maar het gaat om een volk met een andere taal, en een ander geloof dan buurlanden; vaak al een aanleiding gebleken voor oorlog. Afwisselend oorlog, bezetting en deportatie met – in willekeurige volgorde – Egypte, Bablylonië en Assyrië.

De oude namen
Hedendaagse landen – zie Google maps

Nu geldt er in wat wij het ‘Oude Testament’ noemen – het eerste gedeelte van ‘de’ bijbel – ook een soort wetmatigheid: ‘Als je / jouw volk naar god luistert, wordt je beloond, als je dat niet doet, wordt je gestraft‘. Naar god luisteren betekende bijvoorbeeld dat je 1 god erkende, en niet meerdere goden. Dat straffen bestond dan bijvoorbeeld uit bovengenoemde vormen van overheersing. Dat soort verhalen staat bijvoorbeeld in de boeken 1 en 2 Koningen (in het Oude Testament).

Het huidige Isarael bestond indertijd uit het noordelijke Israel en het zudelijke Juda. Het verhaal van deze oorlog is net zo imponerend als het Leidens Ontzet in de 80-jarige oorlog:

Samaria, de hoofdstad van het noordelijke koninkrijk Israël, werd in 740 v.Chr. door de Assyriërs veroverd. De Israëlieten vielen daardoor in handen van een wreed rijk. Assyrië lag in het noorden van de vlakten van Mesopotamië, bij de Tigris, een van de grote rivieren van de Vruchtbare Halvemaan.

De Assyrische koning Sanherib viel in 732 v.Chr. Juda binnen. Hij veroverde en plunderde 46 Judese steden, waaronder Lachis, dat een strategische ligging had in de Sjefela. Zoals op de kaart te zien is, waren zijn legers achter Jeruzalem gekomen, zodat Juda’s hoofdstad omsingeld was. In zijn annalen beweerde Sanherib pocherig dat hij Hizkia had opgesloten ‘als een vogel in een kooi’, maar in de Assyrische verslagen wordt niets gezegd over de vernietiging van Sanheribs soldaten door Gods engel.

De bijbel is een bonte verzameling van verhalen; door verschillende mensen in heel verschillende tijden geschreven, in verschillende talen. Kortom: niet echt als een boek te lezen. Gelukkig kun je bij Blokker te rade om eens te zien waar Rapsake om de hoek komt kijken.

Deze Blokker bedoel ik niet

Het gaat me om:

Deze herken je wellicht uit de boekenkast

De Blokkers schrijven over de periode van koning Hizkia – een ‘goede’ koning van Juda:

“... de Assyriërs, ongetwijfeld aangelokt door Juda’s nieuwe voorspoed, vielen het land binnen. Maar ze slaagden er niet in de hoofdstad in te nemen. Koning Sahendrin van Assyrië nam in die campagne naar eigen zeggen – op een kleicilinder – zesenveertig grote, ommuurde steden in en twintig kleine. Koning Hizkia zat volgens hem ‘opgesloten in Jeruzalem, zijn hoofdstad, als een vogel in zijn kooi‘. Een Assyrische delegatie, onder leiding van de zogeheten Rabsake probeert vergeefs het moreel van de belegerden te ondermijnen.

Koning Hizkia houdt dus stand in zijn hoofdstad Jeruzalem.

Je ziet waarom Valerius in de 80-jarige oorlog de vergelijking trekt met het ontzet van Leiden; deze belegerde stad liet zich ook niet ondermijnen; ook niet door een ‘Rabsake-achtig type’.

Rabsake is dus niet zo positief. Laten we het daarom maar niet omdraaien, en ‘gewoon’ bij Caspar houden 😉

===========================

Amsterdam, 5 januari 2023; geschreven voor 6 januari…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.