Als je al goed bekend met APOfenie – bijvoorbeeld doordat je er zelf ook last van hebt – kun je deze amuse gerust skippen. Mocht je belangstelling gewekt zijn, schroom dan niet door te lezen; uiteindelijk gaat het in de amuses altijd om de vraag hoe een en ander bij jou is.
En, voor wie het begrip nog niet kende: ik ben benieuwd waar je aan dacht bij het woord APOfenie. In de context van deze site zou het me niet verbazen als je aan iets met ‘apo’ dacht. Wellicht een vorm van apofobie of zo (iets waar ‘apos’ aan kunnen lijden) – hoewel ik dan weer niet weet wat dat zou zijn 😉 En, voor degenen die weten dat mijn partner in een apotheek werkt: daar heeft het ook niets mee te maken.
Laten we het maar eens aanschouwelijk maken.

Misschien dacht u ook dat er een storm door Friesland heeft geraasd, en dat als uitkomst een huis op zijn kop terecht is gekomen. Dat zou ik op zich niet vreemd vinden, als je je herinnert wat er afgelopen week in Leersum is gebeurd. Maar goed, u begrijpt het al: dit is niet waar het me om gaat. Het is de afbeelding die vandaag bij een artikel in het NRC staat. Onder de titel “Een mens kan iedere dag besluiten een nieuw leven te leiden” wordt gemeld dat Petra Possel een nieuw boek schreef. Mijn band met haar is gelegen in het feit dat ze ook te typeren is als een doorgewinterde stadsbewoner: “Zes jaar geleden verhuisde de doorgewinterde stadsbewoner en journalist Petra Possel van Amsterdam naar een piepklein dorp in Friesland.” En, met mijn doopnamen Harmen Sietze in gedachten, zijn er mogelijk meer verbanden te leggen. Wat echter de brug is naar mijn ervaring dit jaar, is als Possel schrijft:
De Zwaluwman had mij in de Workumerwaard een lesje vogels kijken gegeven. Ik had hem verteld dat ik nog geen huismus van een zwaluw kon onderscheiden.
Nu heb ik dit jaar ook een sprongetje gemaakt (á la ‘Oei ik groei’): dit omdat we dit jaar zijn getrakteerd op een merelnest in onze stadstuin (binnen de ring van Amsterdam), waar we zeer goed het voeden door de ouders van een mereljong – van nabij konden volgen.
Nu was dit niet de enige link met vogels in korte tijd. Van de week ontvingen we 2 periodieken waarin ook een link werd gelegd met vogels: in de ‘Vandaag’ (zomer 2021) en ‘Flying Dutchman’ (zomer 2021).

Ruimtevaarder André Kuipers vertelt over een collega die hem een bestandje met geluiden van vogels stuurde. Kuipers miste namelijk in het half jaar verblijf in de ruimte wel iets: natuur.

Trouwe lezers van mijn amuses herinneren zich Kuipers nog wel uit de amuse ‘Onze vader‘.
Daarnaast wordt juni 2021 als ‘maand van de vogels’ onderstreept door het bericht van het Apostolisch Genootschap op Feestboek:

Ook het bekijken van de documentaire over de Marker Wadden, nadat deze genoemd werd in wekelijkse inspiratie van 13 juni (Bert Wiegman) ‘Kostbare erfenis‘ ging goeddeels over vogels.
Nu zul je zeggen: niets bijzonders, al dat vogel-gedoe; het is gewoon de tijd van het jaar. En toch…
Ik heb de gewoonte om verbanden te zien die er niet zijn – of door nuchtere anderen niet gelegd worden. Gelukkig ben ik niet alleen. Sabine Hossenfelder noemt ook enkele voorbeelden in haar filmpje op YouTube, zoals het zien van het gezicht van Jezus in een geroosterde boterham:

Of het zien van Jezus in de achterkant van een dier:

Je begrijpt dat ik dit een smakeloos voorbeeld vind.
Wellicht is mijn neiging tot APOfenie – volgens Wikipedia “het in willekeurige of niet gerelateerde gegevens patronen opmerken en daarin betekenissen lezen die er niet zijn” ontwikkeld door het regelmatig moeten afleggen van test als de HIT. De Holtzman Inkblot Test ‘wordt in verscheidene longstay-afdelingen gebruikt van tbs-klinieken’. Mogelijk ben je meer bekend met de vergelijkbare Rorschachtest.

Op zich is zijn bovengenoemde testen serieus ontworpen en bedoeld:
“De test is gebaseerd op de menselijke neiging interpretaties en gevoelens te projecteren op, in dit geval, inktvlekkern. Daartoe proberen speciaal opgeleide psychologen aan de hand van de gegeven interpretaties het diepere persoonlijke karaktertrekken en de impulsen van de testpersonen te begrijpen. “
Dat dit wel eens lastig blijkt, wordt geÏllustreerd door de volgende anecdote:
“Een psychiater legt diverse inktvlek afbeeldingen voor aan een te onderzoeken patiënt, en vraagt vervolgens wat deze er in ziet. De patiënt antwoordt diverse malen dat hij er blote vrouwen in ziet. In het verslag van het onderzoek stelt de psychiater dat de patiënt oversext is. Als de psychiater vervolgens deze conclusie met de patiënt bespreekt, antwoordt de patiënt nuchter: ‘Ja maar dokter: U legt me al die naakte afbeeldingen voor !’ …”
Nu heb ik laatst gelezen dat het allemaal niet zo eenvoudig ligt. In een wetenschapsbijlage van het NRC in juni jl. stelt de neurowetenschapper Cyriel Pennartz (nee, niet toevallig een soort arts) van de Universiteit van Amsterdam:
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72130229-09bdcf.jpg)
“Er zijn aanwijzingen dat wij in feite voortdurend in een soort gezonde hallucinatie leven.”
Gevolgd door:
“Dat is best wel eng, voor sommige mensen, dat we geen rechtstreeks contact met de realiteit hebben.”
Echter:
“Maar het is eeen troost dat we hier in de praktijk geen last van hebben.”
En als ik dat lees, denk ik: “Dan is er voor mij nog hoop…”
Heb jij ook wel eens APOfenie?
Wat voor vogel heb jij deze maand gezien?