Ikken

Ter voorbereiding van erediensten op zondag 20 oktober 2024 waren er districtsgewijs avonden om het aangereikte materiaal – een brief – nog eens samen te doorleven. De brief heeft als titel ‘Imagine‘. Ik weet niet wat je daar bij voorstelt of denkt; een bepaalde associatie ligt voor de hand, maar die wordt niet gebruikt.

In de bijeenkomst waar ik was ontspon zich een gesprek over ‘waardevolle dromen’ die je wilt koesteren en je ideaal voeden. Daarbij blijkt het wel het geval dat de realisatie van een ogenschijnlijk gemeenschappelijk ideaal al tot verschillende inzichten kan leiden, of dat er conflicterende idealen zijn. In de politiek bijvoorbeeld vertaald in het opkomen voor het belang van dat waar een groep nu de meeste waarde aan hecht.

Mede naar aanleiding van de zin “Maar hoe doe je dat als je ergens anders over denkt dan een ander?

Ter tafel kwamen zaken variërend van situaties rondom asielzoeken- en recht tot geschikt wonen. En de ultieme consequenties die daar politiek uit worden getrokken zijn bepaald niet mals – in ieder geval niet eenvoudig. En dan blijken de verschillende visies die in de maatschappij leven ook in de voorbereidingsgroep van ongeveer 15 mensen in verschillende toonaarden vertegenwoordigd.

Een van de deelnemers trok die lijn door en gaf mee dat die verschillen dus ook tijdens een dienst ‘in de zaal zitten’.

Dit lijkt in lijn met wat er met jonge mensen – zeg vanaf een jaar of 16 – in 2004 werd besproken naar aanleiding van een toenmalig Werkblad met als thema ‘Wat doe ik’;

Wat doe ik
Dat is een vraag die van belang is, want: zoveel mensen, zoveel ikken.
Wat al die ikken doen en niet doen bepaalt onze menselijke samenleving
.”

Terug naar de de voorbereidingsavond van afgelopen week; er werd vervolgens het volgende ingebracht naar aanleiding van de zin uit de brief “Maar hoe doe je dat als je ergens anders over denkt dan een ander?“. Mede als aanvulling op de verschillende stemmen/gedachten die ‘in de zaal zitten’ bij een dienst. Ik parafraseer;

“”Het zit ook in jezelf;
Je zou ook kunnen zeggen: als je ergens anders over denkt dan jezelf?
Je denkt zelf ook heel verschillend over die dingen,
Er zijn ook in mij heel veel verschillende stemmen.
Er zijn stemmen die zeggen van ‘belachelijk om die mensen terug te sturen’ maar er zijn ook stemmen in mij die ‘nou ja, wie weet; ruimt het ook wel lekker op’.
Dat debat zit niet alleen tussen mij en andere mensen; dat debat zit ook in mijzelf.
Ik ben niet zo één als ik er uitzie.
En ik denk dat je daar ook eerlijk in moet zijn;
Dat je zegt; ‘al die verschillende stemmen; die ken ik in mezelf.
De een is sterker dan de ander; ook de stem van Marjolein Faber die heb ik wel eens in mezelf gehoord – en ik zal nooit op de PVV stemmen hoor: maak je geen zorgen.
Maar die stem, soms dat geluid.
Fascinerend beeld op een mens; dat je niet 1 bent; dat je niet één ik bent, of één ego, maar dat je bestaat uit allerlei verschillende ‘ikken’, die voortdurend met elkaar in de clinch liggen; die het voortdurend met elkaar aan het uitzoeken zijn, onderhandelen zijn en zo.
En elk van die stemmen, daarin klinkt iets van stemmen uit de maatschappij.
Ik geloof dat niet, dat ik 1 ben.
Ik geloof dat ik voortdurend bezig ben om 1 te worden, en daar helpen dit soort gesprekken wel eens bij (en soms ook niet)

Dit lijkt in lijn met een andere bron van wijsheid uit onze geschiedenis:

“Als wij eerlijk willen zijn, moeten we zeggen; Als ik mij op mezelf bezin en „ik” zeg, dan lijkt het of „ik” telkens te maken heb met een „ander ik”, ook vaak een „ik”, dat ik nog helemaal niet ken. Het is of ik allerlei „ikken” in mijzelf waarneem en dat er altijd weer nieuwe elementen in mij opduiken en soms ben ik een vreemde voor mezelf. Wat zeg ik eigenlijk met „ik”. Soms wil ik mezelf vertegenwoordigen, doch soms ervaar ik mezelf als een andere kant en ondervind ik mezelf als een vreemde.”

Deze tekst komt uit het weekschrijven voor zondag 2 mei 1982, geschreven door de toenmalig eerstverantwoordelijk geestelijk verzorger, L. Slok. Mooi inzicht, en mooi verwoord.

Degenen die al wat langer meedraaien zullen het in denken in deze termen niet helemaal onbekend voorkomen. Zie een eerder verslag van een bijeenkomst waar door genoemde verzorger gesproken werd:

“Ik zal u eerlijk vertellen, dat ik met een heel grote eerbied, aandacht en interesse de weekbrief lees, misschien wel twintig keer per week. Het is voor mij iedere keer weer nieuw. Dan kunt u zeggen: “U hebt hem toch zeker zelf geschreven!” […] maar soms denk ik: “Heb ik dit zélf geschreven?” Welke ‘ik’ van de zovele ‘ikken’ in mij heeft dat nu gedaan?”

Dit staat in een verslag bijgevoegd voor zondag 8 maart 1970…

Later wordt in het verslag de analogie doorgetrokken:

“Ik kan het zo moeilijk in woorden zeggen! Het lijkt alsof er een ander ‘ik’ in mij aan het woord is gekomen, méér dan voor die tijd al die andere ‘ik’-stemmen. Een stem waarnaar ikzelf met een glimlach op mijn gelaat en in grote dankbaarheid en eerbied luister”

Dat we nu dus nog spreken in een traditie blijkt hier uit. Ten overvloede; er zijn meer uitingen in deze lijn; zoals de brief voor zondag 20 mei 1979 waarin betreffende ‘ik-heid‘ staat: “Vele ‘ikken’ spreken in één mens een danig woordje mee en vele stemmingen ervaren we uit onszelf en uit elkander.

Daar heb ik niet veel aan toe te voegen. Ik stel me contactmomenten voor waarin de hoop versterkt wordt.

======================================

Amsterdam, 19 oktober 2024